Leerlingvolgsysteem
De manier waarop de ontwikkeling van kinderen in het primair onderwijs gevolgd wordt, noemen we het leerlingvolgsysteem.
Dagelijks volgt elke leerkracht door observatie de ontwikkeling van de kinderen. Hierbij gaat het niet alleen om wat een kind kan, maar ook hoe een kind speelt en taken uitvoert.
Bij de kleuters werken we met KIJK. De CITO geldt als een signaleringsinstrument, naast KIJK. We werken in groep 3 t/m 8 met het volgsysteem Kindbegrip. Hierin leggen we onze observaties over betrokkenheid en welbevinden vast.
Daarnaast zijn er toetsmomenten om de leerprestaties van je kind objectief te beoordelen. De toetsen, die wij bij kinderen afnemen, zijn methodegebonden toetsen en CITO-toetsen. CITO-toetsen zijn landelijk genormeerde toetsen en worden voor de groep 3 t/m 7 in de periode jan/feb en juni afgenomen. Voor groep 8 worden die afgenomen in jan/feb en april. Zij brengen duidelijk in beeld hoe de ontwikkeling van de kinderen verloopt in vergelijking met kinderen op andere scholen in Nederland.
De toetsresultaten zijn belangrijk om niveaus vast te stellen, maar ook om te bepalen of kinderen extra begeleiding nodig hebben. Onze interne begeleiders monitoren dit proces.